Een toevoeging (subsidie) is bedoeld voor mensen met een inkomen beneden een bepaalde inkomensgrens. Mensen die gaan scheiden en die recht hebben op een toevoeging, betalen alleen een (relatief kleine) eigen bijdrage. In deze blog leg ik uit wanneer er recht op een toevoeging bestaat. En dat is vaker dan je denkt. Lees maar…
Voorbeeld
Jan en Marieke gaan scheiden. Ze hebben 2 kinderen, Sem van 10 en Anna van 8 jaar. Ze wonen in een huurwoning en hebben samen een spaarrekening met 20.000 euro. Jan had in 2019 een verzamelinkomen* van 38.000 euro en Marieke van 36.500 euro. Jan en Marieke hebben allebei recht op subsidie. Dat zit zo:
- het verzamelinkomen ligt voor allebei beneden de grens van 40.400 euro
- ze hebben samen niet meer dan 31.340 euro vermogen
- ze hebben een huurwoning, dus er valt geen overwaarde te verdelen
Jan en Marieke betalen in totaal 309 euro voor het hele scheidingstraject.
* wat er precies onder verzamelinkomen wordt verstaan, wordt hieronder uitgelegd.
Peiljaar en inkomensbegrip
Het peiljaar voor het inkomen en vermogen ligt 2 jaar voor het aanvraagjaar, dus in 2021 is het peiljaar 2019. Voor het inkomen wordt uitgegaan van het verzamelinkomen. Dit is te vinden op de aanslag inkomstenbelasting. Het verzamelinkomen is het belastbaar inkomen en wordt gevormd door een optelling van de 3 belastingboxen. De beoordeling of iemand recht heeft op een toevoeging gaat per persoon. Bij scheidingen wordt er dan gesproken over een enkele toevoeging of een dubbele toevoeging.
De mediator maakt een inschatting
Bij scheidingen wordt het inkomen van beide partners apart beoordeeld. Voor de inkomensgrens zijn er 2 categorieën: A) alleenstaand en B) gehuwd, samenwonend of éénoudergezin met minderjarig(e) kind(eren). Zijn er geen (minderjarige) kinderen, dan wordt iemand als alleenstaand beschouwd. De inkomensgrens ligt dan bij 28.600 euro. Zijn er wel minderjarige kinderen, dan valt iemand in categorie B, als diegene op hetzelfde adres staat ingeschreven als de kinderen. De inkomensgrens in categorie B ligt bij 40.400 euro.
Resultaat uit de scheiding
Als er recht bestaat op een toevoeging, wordt deze altijd voorlopig afgegeven. Er wordt namelijk ook achteraf gekeken naar het financiële resultaat uit de scheiding. Hiervoor geldt als grens de helft van het heffingsvrij vermogen en voor 2021 is dat 15.670 euro (heffingsvrij vermogen per persoon = 31.340 euro, gedeeld door 2). Het bedrag van 15.670 euro is dus het bedrag dat iemand maximaal mag krijgen uit de scheiding. Het gaat hierbij om een op geld waardeerbare vordering. Dit kan bijvoorbeeld spaargeld, uitkoop woning of de waarde van aandelen zijn. Als het bedrag hoger is wordt de toevoeging ingetrokken.
Kosten scheiding
Als beide partners recht hebben op een toevoeging, dan kost hun scheiding tussen de 197 euro en 309 euro (afhankelijk van de hoogte van de eigen bijdrage).
Het kan ook zijn dat de ene partner wel recht heeft op een toevoeging en de andere partner niet. De kosten voor een scheiding zijn dan:
- de eigen bijdrage voor de toevoegingsgerechtigde (56 of 112 euro)
- de helft van het normale uurtarief x aantal uren
- griffierechten totaal 197 euro (42,50 plus 154,50)
Kostenplaatje vooraf
Circles-Mediation neemt zaken op toevoeging aan. Niet iedere mediator doet of mag dat. Laat je dus vooraf goed informeren of je hier recht op hebt. Tijdens een kennismakingsgesprek kan een goede inschatting worden gemaakt of iemand recht heeft op een toevoeging. Als dat zo is, dan scheelt dat veel geld.
Meer weten over scheiden en kosten?
Mail info@circles-mediation.nl of bel 06-51507539.